Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jojakim gaf dat zilver en dat goud aan Farao; doch hij [85]schatte het land, om dat geld naar het [86]bevel van Farao te geven; een ieder [87]naar zijn schatting eiste hij het zilver en goud af van het volk des lands, om aan Farao Necho te geven. 85. Dat is, Jojakim schatte of waardeerde de middelen van alle ingezetenen des lands, en deed hen daarnaar hun aandeel opbrengen. 86. Hebreeuws, mond. 87. Dat is, naar dat hij van den koning geschat was.